Als het even kon dan, kom ik toch iets later Ik begin van vooraf aan Als het even ging dan, loop ik nog iets langer Ik verzin de dag vandaag Nog snel een dans in de schaduw Gras gemaaid, een glas water, een nieuwe maand Vier keer niezen en een nachtzoen Schmink op de wangen en een andere naam Een camera die warmdraait Een aardbei, een droom, een ruimtereis Een boek vergeten dicht te doen Kapotte knieën en een donkere bui

Omdat we willen Ondanks de regen Omdat we mogen Tot aan de enkels Je snapt niet wat het is Omtot het anders is Door al die woorden, ik weet het niet Het moet wel komen, maar ik zag het niet Omtot het anders is Na al die jaren, hetzelfde lied Ik ben weer opgenomen, maar ik hoor ‘m niet Wederom zo langzaam, zo langzaam Omdat we willen Ondanks de regen Omdat we mogen Tot aan de enkels Je snapt niet wat het is Omtot het anders is Onlangs zag ik het, onverschillige handelingen Aktetassen vol met onweer, omtrent het noodweer Omtot het anders is

Broek uit, sokken aan We kunnen nog even bij de tijd stilstaan Tijd uit, horloge om Weg recht, gedachten krom Sms AAN naar de 4 keer de 4 Ik was een kreeft, al was ik een dier Vruchtbaar, blauw bloed, honderd jaar Vingers scherp, schaar schaar schaar Knip knip knip, was je ticket Conducteur alweer centjes lichter Ik was een dichter al was ik een schrijver Breng me een feestje en ik blijf er Niet van hier, daar daar niets In mijn hoofd, dat ik zie Morgen maandag, vanavond zon Als ik een week was, dat ik begon Maanden, jaren, wat wil je zijn? Schrikkeljaar, één dag is wel fijn Een dagje met jou, dat is wel oké Rosé, soepstengels, GT op TV Onder een dekentje samen met jou Ik was een soap, al was ik een show Broek uit, sokken aan Broek uit, sokken aan Broek uit, de sokjes aan Sokjes uit, de broekjes aan Broek uit, sokken aan Broek uit, sokken aan Broek uit, de sokjes aan Sokjes uit, de broekjes aan Wilde plannen wil ik met je plannen Want we rennen tot de wallen en dan door met zwemmen Bellen en dan gillen en dan rillen door de kou Want de vieze kauwgum plakken we op jouw linkermouw Boomtakken breken, met de fakkel naar Jamaica Ondertussen Sonic spelen, ons vervelend op de SEGA Ja die wilde plannen die wil ik me je plannen Plantenbakken vullen, en dan smullen van de hennep Plantenbakken vullen, even smullen van die hennep Wilde plannen wil ik met je plannen Rennen tot we vallen en dan door met zwemmen Bellen en dan gillen, rillen door de kou Vieze kauwgum plakken op je linkermouw Boomtakken breken, met de fakkel naar Jamaica Ondertussen Sonic spelen, ons vervelend op de SEGA Ja die wilde plannen, wil ik me je plannen Plantenbakken vullen, even smullen van die hennep Wennen aan de geuren, kleuren van de muren Andermans liefdesbootje op een ijsberg afsturen Vuren met vlammen, vlammen in de uren Dure visgerechten gebruiken om mee te vechten Vlechten van de haren, staren in de sterren Pinguins verleiden om hun vleugels te sperren Werken aan de winkel, winkels opblazen Even tussendoor tussen de koeien grazen Lazen we boeken, dan doen we dat niet meer Gelijkenis tussen boot en vogel is een veer Broekjes uit en de sokken aan We kunnen nog even bij de tijd stilstaan Tijd uit en horloges om De weg is recht en de gedachtes krom Sms AAN naar 4 keer de 4 Ik was een kreeft al was ik een dier Vruchtbaar, blauw bloed, honderd jaar Vingers scherp, schaar, schaar schaar schaar Knip knip knip, was je je ticket Conducteur alweer centjes lichter Ik was een dichter al was ik een schrijver Breng me een feestje en ik blijf er Niet van hier, daar daar niets In mijn hoofd, dat ik mezelf zie Morgen maandag, vanavond zon Als ik een week was, dat ik begon Dagen, maanden, wat wil je zijn? Schrikkeljaar, één dag is wel fijn Een dagje met jou, dat is wel oké Rosé, soepstengels, GT op TV Onder het dekentje samen met jou Ik was een soap, al was ik een show Ik was een soap, al was ik een show Broek uit, sokken aan Broek uit, sokken aan Broek uit, de sokjes aan Sokjes uit, de broekjes aan Broek uit, sokken aan Broek uit, sokken aan Broek uit, de sokjes aan Sokjes uit, de broekjes aan

Ik kom naar je toe Ik ren naar je, doe wat ik laten kan En al tel je van toen Van hoe vaak ik hoe zeg Tot hoe vaak ik hoe denk Ik heb een foto van jou in mijn handtas En telkens als ik niet weet wat te doen Kijk ik er naar Ik kom naar je toe Ik rijd naar je, zoek wat ik beter kan doen En al zijn we te veel Vroeg ik niet vroeger vaak Hoe vroeg is het vroegste? Ik kom naar je toe Ik gooi me die kant op als dat beter lukt En ja dan staat er een stoel Er is nog zoveel te doen Ik heb een foto van jou in mijn handtas En telkens als ik niet weet wat te doen Kijk ik er naar Ik heb een foto van jou Mijn handstand alleen (In mijn handtas) Ik kom hier doorheen als ik thuis nog wat doe (Met je mooiste blouse) Van twee tot nu toe Er is nog zoveel te zien Ik kom naar je toe

Ik word al bang, als je voor me staat Ik heb genoeg, van je kattenkwaad Nee je moet, dat niet meer doen Want woorden zijn Zinnen in het klein Woorden zijn Zinnen in het klein Ik word al bang, als je voor me staat Ik heb genoeg, van je kattenkwaad Nee waarom, doe je nou eens niet normaal als ik dat vraag? Want huizen zijn Steden in het klein Huizen zijn Steden in het klein Vaak genoeg, als ik voor je sta En je komt, naar de deurpost toe Oh waarom, kan ik niet naar je voetstappen luisteren? Een handdruk is, een relatie in het klein Moet je voelen, hoe zijn handen zijn Kan je zien, hoe ze zweten doen En de vingers, kleine dansen doen Ik voel, hoe je de deurklink draait En ik zie, hoe je door het gaatje gaapt Je ziet me staan, in een ronde vorm En besluit niet open te doen